Gisteren was het weer de derde dinsdag van september: Prinsjesdag. Onze koning heeft de Troonrede uitgesproken en demissionair
minister van Financiën, Dijsselbloem, heeft voor de laatste keer het koffertje gepresenteerd in de Tweede Kamer.
In deze blogpost wordt een selectie gegeven van geplande maatregelen die van invloed zijn op de salarisadministratie in 2018:
- Hogere loonkosten en meer vaste contracten in 2018
In de Macro Economische Verkenning 2018 geeft het Centraal Planbureau (CPB) aan dat de werkgelegenheid in 2018 verder zal toenemen. Het aantal beschikbare vacatures per werkloze stijgt. De ontwikkelingen zorgen ervoor dat de arbeidsmarkt steeds krapper wordt. Daardoor verbetert de onderhandelingspositie van werknemers tegenover werkgevers. Volgens het CPB liggen hogere lonen, meer vaste contracten en hogere tarieven voor zelfstandigen zonder personeel dan ook in het verschiet. - Tarieven inkomstenbelasting 2018 omhoog, omlaag én gelijk
De tarieven van de inkomstenbelasting gaan in 2018 in de tweede en de derde schijf met 0,05 procentpunt omhoog. De tarieven van de vierde schijf gaan juist 0,05 procentpunt omlaag. De eerste, tweede én derde schijf worden bovendien verlengd. - Per 2018 jeugd-LIV ter compensatie hoger minimumjeugdloon
Organisaties die vanaf 1 januari 2018 jongere werknemers in dienst hebben, krijgen onder voorwaarden voor hen jeugd-LIV. Die tegemoetkoming is bedoeld om de stijging van het minimumjeugdloon te compenseren - Sociale premies 2018: lichte wijziging
In de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2018 staat dat het premiepercentage voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) volgend jaar gelijk blijft: 17,90%. Het premiepercentage voor Algemene Nabestaandenwet (ANW) blijft ook gelijk: 0,10%. De gemiddelde sectorenfonds premie voor 2018 is 1,23%. Echter, in werkelijkheid verschilt de premie per sector. De Awf-premie stijgt van 2,64% naar 2,95%. De precieze sectorpremie die de organisatie betaalt, hangt af van de sector waarin de organisatie is ingedeeld. De premie voor de Werkhervattingskas (Whk) blijft waarschijnlijk gelijk. Op basis van de rekenpremie is deze volgend jaar 1,16%. - Budget WBSO komt in 2018 uit op € 1.163 miljoen
Het beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) komt uit op € 1.163 miljoen. Om met dit budget uit te komen, moeten er enkele aanpassingen worden gedaan, zoals een verlaging van het percentage van de tweede naar 14% (nu 16%) en van de eerste schijf naar 31% (nu 32%). - Premiekorting maakt per 2018 plaats voor loonkostenvoordeel
Naast het lage-inkomensvoordeel (LIV) per 1 januari 2017 worden per 1 januari 2018 ook de loonkostenvoordelen (LKV’s) uit de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) ingevoerd. Het huidige systeem van premiekortingen verdwijnt per die datum. Voor werkgevers kan deze overgang duizenden euro’s per jaar schelen. Waar het maximale bedrag aan premiekorting in veel gevallen € 7.000 per werknemer per jaar is, is dat voor de LKV’s maximaal € 6.000 per jaar. - Ontwikkeling van de heffingskortingen per 2018
Eén van de maatregelen om de achterblijvende koopkracht van ouderen te repareren, is een verhoging van de ouderenkorting per 2018. De algemene heffingskorting en alleenstaande ouderenkorting stijgen juist minder dan de volledige indexatie. - AOW-leeftijd en pensioenleeftijd volgend jaar omhoog
De AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd stijgen volgend jaar. De AOW-leeftijd gaat omhoog naar 66 jaar en de pensioenleeftijd wordt 68 jaar. - Werkgeversheffing ZVW stijgt per 2018 flink naar 6,90%
De werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) stijgt naar verwachting per 1 januari 2018 van 6,65% naar 6,90% van het loon. Ook de werknemersbijdrage ZVW voor 2018 is bekend. Werknemers die zelf opdraaien voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW betalen in 2018 5,65% van hun brutoloon tot het maximumbijdrageloon. - Mededeling S&O mag per 2018 in één keer per jaar
Per 2018 hoeven organisaties nog maar één keer per jaar een mededeling aan het ministerie van Economische Zaken te doen van hun uren, kosten en uitgaven voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O). Nu moet dat nog meerdere keren per jaar. - Einde fictieve dienstbetrekking niet-uitvoerende bestuurder
De fictieve dienstbetrekking wordt afgeschaft voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap. De vennootschap hoeft de bestuurder daardoor niet meer op te nemen in de salarisadministratie.
Picture credits